Mailwisseling met het CvTE hierover
Geachte leden van de vaksectie Nederlands,
Vraag 18 van het havo-examen Nederlands heeft me heel wat hoofdbrekens gekost:
1. De inleiding (en de tekst) waarin Sebes het heeft over literaire fictie die slachtoffer wordt van deze trend, omdat in de tekst niet duidelijk is waar ‘deze trend’ naar verwijst.
2. De vraag waarin staat ‘manieren’ te benoemen waardoor literaire fictie slachtoffer wordt (van deze trend).
3. Het eerste antwoordelement dat opgevat kan worden als een herhaling van de vraag (“Literaire fictie wordt slachtoffer van deze trend [minder titels op de markt brengen] omdat er minder titels verschijnen.”) en daarom terecht heel vaak niet gegeven wordt.
Zie het examenforum voor een uitvoeriger weergave van de problematiek:
http://sbnlevendetalen.forum2go.nl/vraag-18-t47-30.html
Waar het mij nu om gaat, is een nieuwe kwestie die ik pas ontdekte bij de tweede correctieronde. Onder de antwoorden in het cv staat een opmerking dat er geen scorepunten toegekend mogen worden voor ‘stoppen met de spaghettimethode’. Daar begrijp ik helemaal niets van. Immers, wel goed is dat er minder titels verschijnen. Zowel in de tekst (r.77-81) als in het antwoordmodel bij vraag 17 worden ‘minder titels op de markt brengen’ en ‘stoppen met de spaghettimethode’ als een en hetzelfde beschouwd. Waarom bij antwoord 18 dan niet, sterker, waarom wordt hier expliciet vermeld dat er geen punten gegeven mogen worden voor ‘stoppen met de spaghettimethode’?
Ik begrijp dit niet en heb op het forum gevraagd om mij dat uit te leggen omdat ik vreesde dat ik inmiddels in een tunnelvisie beland was, zoals examenmakers ook wel eens overkomt. Tot nu toe heb ik alleen maar reacties gekregen dat men het eens is met mijn zienswijze, geen uitleg hoe het zou kunnen zitten. Mijn conclusie is dan ook dat er per ongeluk in het cv vermeld is dat er géén punten voor gegeven mogen worden, terwijl de bedoeling was op te merken dat er óók punten voor gegeven mogen worden.
Ik hoop dat u mij helderheid kunt verschaffen, want ik kan niet anders dan –met een beroep op regel 3.3- deze antwoordvariant goedkeuren, maar een tweede corrector zal dat niet accepteren omdat er in het cv expliciet staat dat er geen scorepunten voor gegeven mogen worden.
Mocht mijn zienswijze juist zijn, dan is het noodzakelijk dat er een officiële aanvulling op het cv wordt verstuurd om ongelijke beoordeling van kandidaten te voorkomen.
Hoogachtend en met vriendelijke groet,
Herma van den Brand
docent Nederlands aan de SSgN
Antwoord van het CvTE
Geachte mevrouw Van den Brand,
Dank voor uw mail. Wij hebben deze voorgelegd aan de vakdeskundigen en ontvingen de volgende reactie:
Vraag 18. Een voorbeeld van minder titels op de markt brengen is ‘stoppen met de spaghettimethode’. Het is duidelijk dat stoppen met de spaghettimethode minder alomvattend is dan het goede antwoord in het correctievoorschrift. De vraag is wat ‘deze trend’ is. Hiermee wordt verwezen naar de dramatische achteruitgang. Dan is minder titels op de markt brengen een goed antwoord. Voor het corrigeren van individuele leerlingantwoorden verwijzen wij u naar het correctievoorschrift inclusief algemene regel 3.3.
Ook bij vraag 17 is ‘minder titels op de markt brengen’ het goede antwoord. Bij deze vraag is ‘stoppen met de spaghettimethode’ duidelijk minder sterk. Toch is uit coulance-overwegingen dit laatste antwoord opgenomen in het correctievoorschrift.
Als u nog inhoudelijke vragen heeft over deze melding, dan kunt u reageren op deze e-mail. Nieuwe meldingen over de inhoud en/of afnamecondities van een centraal examen kunt u doen via het klantcontactformulier op onze website.
Ik hoop dat u hiermee voldoende geïnformeerd bent.
Met vriendelijke groet,
Reactie van mij hierop
Geachte vakdeskundigen Nederlands,
U noemt ‘stoppen met de spaghettimethode’ een voorbeeld van ‘minder titels op de markt brengen’. Dat lees ik met geen mogelijkheid terug in de tekst. Dat Meulenhoff meldde een derde minder titels op de markt te gaan brengen, is het voorbeeld. Dat andere uitgevers nu ook ‘het mes zetten in de spaghettimethode’ is een precisering van ‘minder nieuwe titels op de markt brengen’: er wordt uitgelegd hoe we ons dat ‘minder titels op de markt brengen’ moeten voorstellen. Deze lezing lijkt mij alleszins gerechtvaardigd.
Meteen daarna wordt vermeld dat Sebes zich er zorgen over maakt dat literaire fictie het slachtoffer wordt van deze trend. Waar ‘deze trend’ op slaat is duidelijk, namelijk op de trend die vlak daarvoor genoemd is: het mes zetten in de spaghettimethode, wat een precisering is van ‘minder titels op de markt brengen’. Ook deze lezing is absoluut verdedigbaar en m.i. zelfs de meest waarschijnlijke. U zegt dat ‘deze trend’ verwijst naar de dramatische achteruitgang (waarvan precies?), maar dat zou stilistisch een onhandige verwijzing zijn omdat die ‘achteruitgang’ veel eerder in de tekst genoemd wordt en inmiddels uit het geheugen van de lezer is. Er wordt immers niet voor niets gesproken over ‘deze trend’ zonder die te specificeren.
Ik zie dan ook nog steeds niet waarom ‘stoppen met de spaghettimethode’ minder goed zou zijn dan het ‘goede’ antwoord: er verschijnen minder (literaire) titels/boeken. Dat deze antwoorden overigens niet voor de hand liggen (en ook door weinig leerlingen genoemd worden), wordt duidelijk als je je realiseert dat de vraag eigenlijk luidt: “Op welke twee manieren wordt literaire fictie het slachtoffer van het mes zetten in de spaghettimethode/minder titels op de markt brengen?”
Hoogachtend,
H.H.M. van den Brand
docent Nederlands aan de SSgN (
http://www.volkskrant.nl/binnenland/dri ... ~a4309252/ )