linda de ruiter schreef:Leerlingen geven als antwoord 'proefpersonen' (regel 32 of 41). Ik ben geneigd dit antwoord goed te rekenen, zijn jullie het daarmee eens?
Absoluut eens. Net als de woordspelingen 'trakteren', 'overteerbaar' en 'smakelijk opdienen' heeft ook 'proefpersonen' twee betekenissen die allebei in de context passend zijn en waarvan er één met eten te maken heeft. Daarmee voldoet het aan de criteria.
De hier genoemde tegenargumenten (dus argumenten om 'proefpersonen' fout te rekenen als antwoord op vraag 36) vind ik zwak:
1. "Ik vind het geen woordspeling."
Misschien vind ik 'trakteren' ook wel geen woordspeling. Misschien vond de leerling 'proefpersonen' wél een woordspeling, net als ik. Een magistrale vondst, waarom ik hard heb moeten lachen. Punt is niet of je het vindt - alsof het zomaar een mening is - maar of het verstandig uit te leggen valt. Voldoet het woord aan de criteria voor een woordspeling? Ja, zie boven.
2. "Het is hier niet bedoeld als woordspeling."
Volgens mij hebben u, ik en de leerling geen zicht op de bedoelingen van de schrijver. Misschien heeft de schrijver 'opdienen' ook wel niet 'bedoeld' als woordspeling - weten wij veel? Die onkenbare 'bedoeling' is dan ook niet relevant bij het beantwoorden van vraag 36. De vraag hier is of 'proefpersonen', net als 'trakteren' en 'opdienen' redelijkerwijs is op te vatten als woordspeling. Wie weet heeft de schrijver het wél zo bedoeld, en net zo zitten gniffelen achter zijn laptop als ik. Deze leerling gniffelde ook, en dat mogen wij hem niet euvel duiden.
Het leuke is dat deze bijzondere 'proef'personen een kom tomatensoep moesten oplepelen. Wie daar niet de connectie met 'proeven' in ziet, of deze ontkent, doet de leerling geen recht.
Mij lijkt dit antwoord geheel 'in de geest van het beoordelingsmodel' te zijn, zoals bekend opgenomen in de Algemene Regels voor de examenbeoordeling sub 3.3.
Ik wacht op steekhoudende tegenargumenten.